Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat er een relatie is tussen voeding en prostaatkanker. Zo besteedde DOUS eerder aandacht aan de gunstige effecten van selenium (Lees: Prostaatkanker en Selenium); lycopeen (Lees: Lycopeen en prostaatkanker, studie) en een studie waar het effect van curcumine (de ‘kleurstof’ van de kurkema), ursolic acid (ook wel malol genoemd) in de schil van de appel, en resveratrol in de schil van rode druiven (maar ook wel in rode wijn) werd onderzocht. Ook van belang is ‘Het kookboek voor alle mannen, met lekker eten de prostaat de baas.’ geschreven door de Britse hoogleraar voedingsgeneeskunde Margaret Rayman.
Minder prostaatkanker bij Aziaten
In landen als Japan en China komt veel minder prostaatkanker voor. Er is onderzoek gedaan naar Japanners die naar Amerika emigreerden. Bij de groep die traditioneel bleef eten kwam nauwelijks prostaatkanker voor en bij de groep die zich aanpaste aan de Amerikaanse manier van eten steeg het aantal prostaatkanker gevallen aanzienlijk. Hier blijkt uit dat niet alleen een bepaalde etniciteit de oorzaak is van de toename van kanker, maar dat voedsel een grote rol speelt. Aziaten eten minder rood vlees en verzadigde vetten en meer plantaardig voedsel, vezels en vis. Ook zijn er aanwijzingen dat sojaproducten als tempé en tofu die in landen als Japan en China veelvuldig worden gegeten een gunstig effect hebben op het voorkomen van prostaatkanker. Ze werken niet alleen cholesterol verlagend, maar bevatten ook de stof fyto-oestrogeen, een vrouwelijk geslachtshormoon, dat helpt om prostaatvergroting en prostaatkanker tegen te gaan.
Fytonutriënten
Fytonutriënten in plantaardige voeding zoals fruit, groente, noten en zaden bieden in de plant resistentie tegen bacteriën en schimmels. Uit studies bleek: hoe hoger de waarde van deze voedingsstoffen bij de onderzochte mannen, des te lager ook de PSA waarde.
Welk voedsel bevat fytonutriënten?
- Bètacaroteen: abrikozen, wortels, perziken, mango’s, papaja’s, tomaten, zoete aardappelen, pompoen, broccoli, boerenkool en groene bladgroenten.
- Lycopeen: papaja’s, aardbeien, tomaten, watermeloen, grapefruit, guaves, en rozenbottels.
- Kryptoxanthine: sinaasappels, papaja’s, perziken en maderijnen.
- Zeaxanthine: abrikozen, perziken, papaja’s, wortels, tomaten, pompoen, broccoli, boerenkool, spinazie en andere donkere bladgroentes.
- Alfa-tocoferol: amandelen, paranoten, pijnboompitten, zonnebloempitten, groene bladgroentes, broccoli, asperges, taugé, tomaten, wortels, pompoen, olijf- en zonnebloemolie.
Bronnen (studies lycopeen)
Ellinger, S., et al. (2006). “Tomatoes, tomato products and lycopene in the prevention and treatment of prostate cancer: do we have the evidence from intervention studies?” Current Opinion in Clinical Nutrition & Metabolic Care 9(6): 722-727.
Giovannucci, E., et al. (2007). “Risk factors for prostate cancer incidence and progression in the health professionals follow‐up study.” International Journal of Cancer 121(7): 1571-1578.
Ilic, D., et al. (2011). “Lycopene for the prevention of prostate cancer.” Cochrane Database Syst Rev 11.
Ilic, D. and M. Misso (2012). “Lycopene for the prevention and treatment of benign prostatic hyperplasia and prostate cancer: a systematic review.” Maturitas 72(4): 269-276.
World Cancer Research Fund and American Institute for Cancer Research (2007). Food, nutrition, physical activity, and the prevention of cancer: a global perspective. Washington DC, AICR.
World Cancer Research Fund International (2014). Continuous Update Project Report: Diet, Nutrition, Physical Activity, and Prostate Cancer.